werk in uitvoering

WERK IN UITVOERING

Recht, financiën én belastingen vormen de ruggengraat van
onze samenleving. Als notaris draag ik regelmatig stenen bij aan de
instandhouding van deze wervelkolom. In de praktijk merk ik dat men niet in
alle gevallen begrijpt waar ik dan aan het metselen ben.  Ik kan het bij zo’n thema als Legal &
Finance niet laten om mezelf eens in de werklamp te zetten en een aantal tegels
te lichten.

Sterven is belasting
betalen

Benjamin Franklin sprak de bekende woorden: “Er zijn twee
dingen zeker in het leven: de dood en de belasting”. Hoewel sommigen de indruk
wekken dat zij een uitzondering zijn, gaan ook ondernemers gewoon dood en
moeten de erfgenamen erfbelasting betalen. De overheid is bereid de erfgenamen
voor een groot deel vrij te stellen van deze belasting als zij de onderneming
voortzetten. Een ‘standaard’ langstlevende testament of de ‘standaard’
wettelijke regeling maakt niet optimaal gebruik van deze vrijstelling. Een
testament dat daar wel rekening mee houdt, is een investering die zich zelf
terug verdient. Voor de volgende generatie dan.

Als de werkelijkheid haar niet bevalt, verzint de overheid
een fictie. Een van deze ficties is dat een dode ondernemer bij zijn overlijden
zijn onderneming heeft verkocht voor de waarde in het economisch verkeer. Als
de kopers (lees: de erfgenamen) de onderneming niet voortzetten, is er niet
alleen erfbelasting maar ook inkomstenbelasting verschuldigd. Erfgenamen die
dan het vermogen van de dode ondernemer hebben geërfd in de vorm van aandelen
in een B.V. krijgen sinds 2010 de schrik van hun leven. De belasting over de
winstreserves moet namelijk direct worden afgerekend. Een ondernemer die op
‘standaard’ huwelijkse voorwaarden was gehuwd met alle aandelen op zijn naam,
had door tijdige aanpassing van deze huwelijkse voorwaarden de helft kunnen
uitstellen. De ondernemer moet dan wel als eerste dood gaan.

Erven maakt schuldig

Een erfenis krijgen heeft iets magisch als er geen
emotionele band bestaat met de dode. Sommigen worden euforisch van de gedachte
dat zij erfgenaam zouden kunnen zijn van een ‘verre oom’. Met de dood gaan niet
alleen de bezittingen van de dode over op de erfgenamen, maar ook de schulden.
In tijden van crisis blijkt niet zelden dat de bezittingen niet voldoende zijn
om de schulden te betalen. Als u dan erfgenaam bent en de erfenis zonder meer
hebt aanvaard,  moet u uit eigen zak het
tekort aanvullen!  Sommige schulden
worden makkelijk over het hoofd gezien. Denk daarbij aan een huis dat ‘onder
water staat’ of een schuld wegens een overlijden van een vorige partner. Als u
verwerpt, treden uw kinderen in uw plaats en verplaatst u het probleem. Door
onder voorbehoud te aanvaarden, voorkomt u veel ellende. U moet dan wel ‘de
rommel’ opruimen.

Liefde in tijden van crisis.

De kans dat je als ondernemer failliet gaat is veel kleiner
dan dat je huwelijk failliet gaat. Voor beide situaties worden huwelijkse
voorwaarden gemaakt. In heel veel huwelijkse voorwaarden is in het verleden de
afspraak gemaakt dat het inkomen en/of de winst die niet is uitgegeven aan het
huishouden jaarlijks tussen de echtgenoten moet worden gedeeld. In bijna net zo
veel gevallen hebben de echtgenoten deze deling gemakshalve achterwege gelaten.
De wet is inmiddels onverbiddelijk. Het vermogen dat is opgebouwd met de niet
verrekende inkomsten moet tussen de echtgenoten gelijkelijk worden
gedeeld.  U raadt het al. Niet zelden zit
dit vermogen in de zaak. Kortom: huwelijk failliet, zaak failliet. Aanpassing
van uw huwelijkse voorwaarden kan uw zaak redden. Het argument om er met uw
partner over te beginnen: “Schat, je wilt toch wel dat ik in staat ben om je
alimentatie te betalen…”