Stadscentrum Hoofddorp, het gebied van het station van Hoofddorp tot aan de Hoofdvaart, gaat de komende jaren flink veranderen. Dit deel van Hoofddorp krijgt een meer stedelijke uitstraling en Hoofddorp groeit daardoor tot een levendige stad, waar over een aantal jaar 100.000 mensen wonen en leven.
Maar hoe bouw je een nieuw stadscentrum? Welke voorzieningen wil je? Hoe betrek je iedereen bij je project? Om al die vragen te beantwoorden, vertrok een delegatie, onder aanvoering van wethouder Jurgen Nobel, naar Zaanstad, om daar met wethouder Hans Krieger, projectmanager en verantwoordelijk architect te praten over hoe zij dat hebben aangepakt.
Sjoerd Soeters
Net als nu in Haarlemmermeer moest in Zaanstad het raadhuis, het stationsgebied en het winkelgebied aan elkaar geknoopt worden. Het project loopt nu twintig jaar. Veertig procent is inmiddels gerealiseerd. “Toen ik hier voor het eerst kwam, wilde ik direct weer weg. Wat een armoede”, zegt architect en stedenbouwkundige Sjoerd Soeters. Toch ging hij in Zaanstad aan de slag.
“Belangrijkste is om in je stedebouwkundige plannen je geschiedenis goed te doorleven. Wat is hier uniek?” zegt hij tijdens de rondleiding. “Dat zijn die typische Zaanse huisjes met dat karakteristieke groen. Daar komen de toeristen voor. Je kunt hier de zoveelste imitatie van een glazen flatgebouw uit New York neerzetten, maar dan misken je je roots.”
Het resultaat dat Soeters in Zaanstad laat zien, is op z’n minst spectaculair. Het hotel dat hij ontwierp, lijkt een opstapeling van Zaanse huisjes te zijn. Ook het stadhuis zit vol verwijzingen naar een Zaans verleden, met veel groen natuurlijk. “En ik wilde de gracht die hier ooit lag weer open hebben.” Hans Krieger, de wethouder in Zaanstad die verantwoordelijk is voor de centrumontwikkeling lacht: “Dat was makkelijker gezegd dan gedaan. Het betekent nogal wat voor je beheer, voor je ruimte, voor je onderhoud.” Maar de gracht kwam er.
Kunst of kitch
“Smaken verschillen”, zegt Jurgen Nobel. “Ik vind de centrumontwikkeling van Zaanstad echt heel gaaf, maar ik hoor ook mensen die het vreselijk vinden. Kitch. De Efteling. Een kermis.” Wat Nobel interessant vindt, is het kijken naar het verleden en daar aansluiting mee zoeken. “We nodigen Soeters graag uit in Haarlemmermeer, om ons te inspireren over ons stadscentrum. Onze drooglegging. De molens. Het graan. Maar ook Schiphol. Met die elementen moet je dan aan de gang gaan.” Ook zijn aanpak sprak hem aan. “Hij is onorthodox in zijn denken en heeft de autoriteit dat hij ongefilterd mag zeggen wat hij wil. Daar hou ik van.”
Nils Lamme, projectmanager voor de ontwikkeling van Stadscentrum Hoofddorp, heeft ook een paar punten genoteerd die hij mee terug neemt. “Van dit soort bezoeken kunnen we veel leren. Daarom gaan we ook naar Zoetermeer en Almere, waar ze ook hun centrum hebben gerevitaliseerd. Je moet leren van de fouten van anderen en je laten inspireren. Het ontwikkelen van het stadscentrum gaat om meer dan bouwen alleen. Denk ook na over winkelruimtes, kantoren, parkeervoorzieningen en de openbare ruimte. Het gaat om de beleving van het centrum en om levendigheid.” Zaanstad, Almere en Zoetermeer worden niet bezocht, omdat ze de meest toonaangevende steden zijn, maar omdat ze vergelijkbaar zijn qua nieuwbouw en een ander centrum krijgen, met onder andere een nieuw stadhuis en stedelijke woningbouwopgave. “We hebben in Zaanstad bijvoorbeeld gezien hoe dat met gevoel voor historie en de identiteit van het gebied tot stand gebracht kan worden.”
Meer info op: www.stadscentrumhoofddorp.nl en via Facebook: www.facebook.nl/stadscentrumhoofddorp
