Het verhaal
De Zwarte Tulp speelt zich af in de Republiek der Zeven Verenigde Provinciën, ten tijde van het 'Rampjaar 1672'. Het is de tijd dat Nederland zeer rijk en welvarend is en een hoofdrol voor zich opeist in de wereldpolitiek. Nederland is een wereldmacht.
Vanwege de grote rijkdom van de Republiek besluiten Frankrijk, Engeland en de bisschoppen van Keulen en Munster gelijktijdig ons kleine land te veroveren. De regering had de verdedigingswerken laten verslonzen en al gauw zijn grote delen van de Republiek veroverd.
Het ontevreden volk barst in woede uit, roept massaal om de Prins van Oranje en lyncht uiteindelijk in Den Haag Johan de Witt, raadpensionaris van de regering. Diens broer Cornelis overleeft het ook niet.
Tegen deze achtergrond speelt het verhaal van De Zwarte Tulp zich af. Het Tulpengenootschap van Haarlem looft 100.000 gulden uit voor degene die de eerste zwarte tulp kweekt. Een jonge kweker uit Lisse neemt de uitdaging aan. Hij wordt gadegeslagen door zijn jaloerse buurman, die al snel een vals plan smeedt.
De kweker, van Baerle, is namelijk de peetzoon van Cornelis de Witt. Deze laatste heeft hem in vertrouwelijke documenten in bewaring gegeven en dat heeft de buurman gezien. Hij geeft van Baerle aan en hoopt er na zijn arrestatie met diens eerste zwarte tulp vandoor te gaan.
Van Baerle wordt gearresteerd en veroordeeld wegens verraad. Op het laatst krijgt hij gratie en wordt zijn doodvonnis omgezet in levenslang. Een straf die hij moet uitzitten in slot Teylingen.
Daar wordt hij verliefd op de dochter van de cipier, Rosa. Ze hebben voor de neus van de buurman de tulpenbollen naar binnen gesmokkeld en besluiten de eerste zwarte tulp te kweken. Maar, de grimmige cipier Gryphus doet er alles aan om van Baerle te dwarsbomen.
Zaken komen in een versnelling. Het publiek is getuige van een zinderende finale in Haarlem en de Bollenstreek.
