Goede tijden

Goede tijden

GOEDE TIJDEN…

GOEDE TIJDEN…

Als we heel eerlijk tegenover elkaar zijn dan moeten we vaststellen dat wij, objectief gezien, in de rijkste periode van de hele geschiedenis leven.

FARAO

Een heel bekend verhaal uit geschiedenis van duizenden jaren geleden. Een Egyptische farao had een droom waarin hij de komende 14 jaren voor zich zag: zeven vette jaren en daarna zeven magere jaren. Een macro-economisch beeld. Er zouden eerst zeven jaren van overvloed en van voldoende voorraden aanbreken. Na deze zeven jaren van overvloed zouden er zeven jaren van honger en tekort volgen. Met dit droombeeld moest de farao iets doen. Uiteindelijk werd de droom uitgelegd door Jozef.  De uitleg en het advies van Jozef was als volgt:  bouw overschotten op in de goede jaren. Nog
belangrijker: consumeer in die jaren dan ook niet de hele oogst, maar bewaar voldoende voor de komende zeven mindere jaren. Toen was het een goede beslissing en dat zou vandaag aan de dag nog zo moeten gelden. Hoe simpel kan deze les zijn? Zelfs door een kind is dit te begrijpen. Maar hoever zijn wij inmiddels van de essentie van deze eenvoudige les afgedwaald?

KEYNES

Gebrek aan wiskundige berekeningen en modellen over details hebben we niet. Daar zijn er genoeg van. Het probleem is dat we de grote lijnen uit het oog zijn verloren. Het huidige begrotingsbeleid is niet Keynesiaans te noemen maar een bastaardvariant daarvan. Van het recept van Keynes hebben we niet alle ingrediënten gebruikt, maar slecht één daarvan: de overheid moet een tekort op de begroting hebben. De andere kant van het verhaal, namelijk dat we overschotten moeten opbouwen, zijn we blijkbaar vergeten. Ook in de goede jaren werden tekorten op de begroting toegestaan. Onbegrijpelijk omdat juist in de goede jaren de voorraden aangelegd hadden moeten worden en de voorraadschuren dus vol hadden moeten liggen. Het is al zover gekomen dat we nu ook moeten vaststellen dat er voorraadschuren volgepakt liggen met schuldbewijzen.

EU

Het valt op dat er in de achterliggende periode uitsluitend gesproken wordt over het terugdringen van de begrotingstekorten. Komt dat omdat er in de EU is vastgesteld dat het begrotingstekort niet groter mag zijn dan 3%? Eigenlijk wordt die 3%-norm psychologisch al gezien als een bereikt begrotingsevenwicht…. Waar komt die mentaliteit vandaan? Moeten we niet praten over het creëren van begrotingsoverschotten en ernaar streven de voorraadschuren weer te gaan vullen? Dat is helaas in de periode 2001—2008 (7 jaar!) niet gebeurd. Ondanks dat dit zeven vette jaren geweest zijn. In die
welvarende periode is er niet of veel te weinig gespaard om oude schulden af te lossen en te reserveren voor de komende jaren. Terwijl het eigenlijk kinderlijk eenvoudig zou moeten zijn…


Reacties

WhatsApp us!