Gevolgen voor Britse burgers die wonen, werken of studeren in een EU-land

Gevolgen voor Britse burgers die wonen, werken of studeren in een EU-land

Op 29 maart 2019 verlaat het Verenigd Koninkrijk (VK) de Europese Unie (EU). Deze uittreding, die beter bekend staat als de Brexit, heeft gevolgen voor de meeste Britten en hun familieleden die wonen en werken in Nederland en andersom. De Europese Unie hecht grote waarde aan het vrije verkeer van personen, goederen, diensten en kapitaal binnen lidstaten. Door de Brexit komt er een einde aan dit vrije verkeer tussen de VK en Nederland.  Hoe de nieuwe relatie met het VK er precies uit gaat zien na deze Brexit is nog niet bekend. Wel willen we u alvast wat meer duidelijkheid geven over de Brexit en verblijfsrechten.

Onderhandelingen Brexit
De EU en het VK zijn bezig met de onderhandelingen over een uittredingsakkoord (deal). In deze uittredingsovereenkomst is vastgelegd dat Britten die voor het einde van de overgangsperiode in  Nederland wonen, na de Brexit in Nederland mogen blijven wonen, werken en studeren. Hetzelfde geldt voor Nederlanders die wonen en werkzaam zijn in het VK . Deze uittredingsovereenkomst is pas definitief als deze wordt goedgekeurd door zowel het Britse als het Europese Parlement. Op 15 januari 2019 stemde een meerderheid van het Britse Lagerhuis tegen deze uittredingsovereenkomst. Door de onzekerheid die heerst in deze situatie bereidt het ministerie van Justitie en Veiligheid zich voor op zowel de situatie waarin een uittredingsakkoord wordt gesloten tussen de VK en de EU(deal scenario), als de situatie waarin het VK de EU verlaat zonder akkoord (no-deal scenario).

Bij een Brexit komen de rechten die EU-burgers en hun familieleden in het VK hebben op grond van het vrije verkeer van personen te vervallen. Hetzelfde geldt voor Britten die wonen en werken in EU lidstaten. De Nederlandse regering vindt het belangrijk dat Britten, ook in het geval dat er geen uittredingsakkoord tot stand komt, in Nederland kunnen blijven wonen, werken en studeren.

Geen uittredingsakkoord 
Britten die zich op het moment van de Brexit in Nederland bevinden, kunnen hun verblijfstatus niet meer ontlenen aan het EU-burgerschap. Het kabinet heeft een overgangsperiode van 15 maanden ingesteld vanaf 29 maart 2019 tot 1 juli 2020, zodat Britse burgers en hun familieleden die voor 29 maart 2019 rechtmatig in Nederland verblijven hun rechten op verblijf, werk en studie in Nederland behouden. Dit komt onder meer doordat het kabinet graag de Nederlandse arbeidsmarkt open wil houden voor Britten. Voor 29 maart 2019 zal de IND (Immigratie- en Naturalisatiedienst) een tijdelijke verblijfsvergunning sturen naar alle Britten in Nederland in de vorm van een brief. Hiervoor hoeft geen actie te worden ondernomen.  

Verspreid over deze overgangsperiode zullen Britse burgers en hun familieleden worden uitgenodigd door de IND om een aanvraag voor een definitieve verblijfsvergunning in te dienen. Voor deze vergunning gelden dezelfde verblijfsvoorwaarden die ook gelden voor EU-burgers. Op basis van deze vergunning kunnen Britten rechtmatig verblijven, werken en studeren in Nederland. Als werkgever hoef je geen aparte werkvergunning aan te vragen in deze situatie.

Bovengenoemde situatie heeft slechts betrekking op Britten die in Nederland verblijven en werken.

Er bestaat ook een groep Britten die kwalificeren als inwoner van het VK en slechts werkzaam zijn in Nederland op basis van het vrije verkeer. Door de Brexit komt dit recht op vrij verkeer te vervallen. Voor deze groep wordt vanuit de Nederlandse overheid vooralsnog geen centrale actie ondernomen.

Op dit moment bestaat er dus nog veel onduidelijkheid over de situatie die zal ontstaan na 29 maart 2019. Ondanks deze onzekerheid biedt de Nederlandse regering Britse burgers in Nederland zekerheid door een overgangsperiode van 15 maanden. Mocht het uittredingsakkoord toch in werking treden, dan ontstaan er ruimere mogelijkheden voor Britten in Nederland.

Tekst door: SAS for expats

 


Reacties

WhatsApp us!