Elke cliënt heeft altijd recht op een eerlijk antwoord

Elke cliënt heeft altijd recht op een eerlijk antwoord

Vraag: "De vader is trots op zijn zoon. Nu helemaal, want de zoon gaat zijn bedrijf overnemen. De vraag is nu: is die nieuwe generatie capabel genoeg? Vader vindt van wel, maar het kan zijn dat hij blind is voor de capaciteiten van zijn zoon. CROP registeraccountants en belastingadviseurs is vaak betrokken bij familieaire bedrijfsovernames. Dit bedrijf is een belangrijke klant en er is vader alles aan gelegen om zijn zoon tot nieuwe DGA te bombarderen. Beste Hans, wat is jouw rol als je ziet dat zijn zoon in deze verantwoordelijke rol niet de geschikte persoon is?"

ANTWOORD HANS VAN SCHIE

“Vroeger was het heel gebruikelijk of misschien zelfs wel vanzelfsprekend: vader(*) start een bedrijf (Jansen) en na enige tijd gaan zijn zonen(*) meewerken (Jansen en Zonen) om vervolgens na pensionering van vader de zaak over te nemen, waarna de cirkel rond is en weer van voren af aan begint. Bij veel naoorlogse bedrijven is het inmiddels de derde generatie die aan het roer staat, of staat te popelen om dat te gaan doen. Maar waar vroeger de kwalificatie “familielid” het meest belangrijk was, wordt dat nu steeds meer de kwalificatie “geschikt”. En wat nu als mij als adviseur het gevoel bekruipt dat hier bij de beoogd opvolger wellicht over gediscussieerd kan worden? Precies: dan móet daar dus ook over gediscussieerd worden!

Ik huldig het standpunt dat een cliënt, groot of klein, altijd recht heeft op een eerlijk antwoord, omdat ik veronderstel dat uiteindelijk niemand gebaat is bij “jaknikkers”. Mijn rol zou juist meer die van “advocaat van de duivel” moeten zijn; een spiegel voorhouden om op die manier zo objectief mogelijk het opvolgingsdilemma te bekijken.

In dit geval ligt het erg voor de hand om eerst eens vast te stellen hoe het nu eigenlijk zit met die capaciteiten. Een assessment bij een daartoe gespecialiseerd bureau kan heel verhelderend werken (overigens zowel voor vader als voor zoon!). Een nadeel van een assessment is, hoe goed ook uitgevoerd en geëvalueerd, dat het een momentopname is. Beter zou het wellicht zijn om als “nieuwe” generatie juist eerst enige tijd mee te lopen op een paar cruciale afdelingen van het bedrijf. Of misschien nog wel mooier: enige tijd werkzaam zijn búiten het familiebedrijf. Zeker dit laatste biedt de zoon een uitgelezen kans om, zonder de meekijkende ogen van vader, voor zichzelf vast te stellen of hij wel voldoende kennis en vertrouwen heeft om het familiebedrijf te gaan leiden. Want dat aspect moet zeker niet uit het oog verloren worden: vader kan wel vinden dat zijn zoon hem op moet volgen, maar wil de zoon zich eigenlijk wel in deze roerige tijden met hart en ziel in het familiebedrijf storten? Minstens zo belangrijk als het criterium “geschikt” is het criterium “geïnteresseerd”. Pas als op al die vragen zo objectief mogelijk is vastgesteld dat het antwoord “ja” is, dan is de tijd rijp voor bedrijfsoverdracht binnen de familie.

Cruciaal in dit hele proces is dus om tijdig hieraan te beginnen. Ook daar zie ik een rol voor mij als adviseur weggelegd. Uiteindelijk moet er immers gebeuren wat het beste is voor vader, voor zoon, maar ook voor het bedrijf.”

(*) waar in de tekst gesproken wordt over “vader” en “zoon” of “zonen” mag natuurlijk ook “moeder” en “dochter(s)” gelezen worden

 


Reacties

WhatsApp us!